Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [57]Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden [58]der gerechtigheid offeren; want zij zullen den [59]overvloed der zeeen zuigen, en de [60]bedekte verborgen dingen des [61]zands. 57. Dat is, zij zullen, door Gods zegen verwekt zijnde, ijveren om de andere stammen met hun exempel, als ver vandaan wonende, te nodigen en op te wekken om mede naar den berg Zion te gaan, tot den godsdienst. Sommigen verstaan ook dat zij door middel der zeevaart de heidenen zouden nodigen tot de ware religie. 58. Dat is, wettelijke offeranden, of, dankoffers, die zij naar recht schuldig zijn. 59. Dat is, die waren en rijkdommen, welke over zee gebracht worden. 60. Versta, allerlei kostelijkheden, als: goud, edelgesteente, enz., die men pleegt op te sluiten en te verbergen; deze worden [gelijk men zegt] over zee en land gevoerd. 61. Dat is, der zee, wier oevers en grond vol zand zijn; of, de kostelijkheden, die gemeenlijk op den grond in de zee zeer overvloedig, door schipbreuken verborgen zijn, en somtijds aan den oever worden uitgeworpen, of anderszins gevist en opgehaald.